Met de netwerkkaart (Network Interface Card, of NIC) kunnen eenheden een verbinding maken met het netwerk.
Ook wordt vaak de naam 10/100-ethernet of 10/100/1000-ethernet gebruikt, waarbij de getallen op de snelheid in megabits per seconde slaan. Een 10/100-netwerkkaart is zowel geschikt voor netwerken met 10Mb/s en 100Mb/s.
De meeste netwerkkaarten zijn full-duplex, dat betekent dat ze tegelijkertijd kunnen versturen en ontvangen.
NIC’s leveren verbindingen voor alle typen netwerk-media, waaronder draadloze.
Niet alleen servers en werkstations bevatten NIC’s, maar ook printers en andere netwerkeenheden. Een NIC werkt met software, een stuurprogramma (driver) genaamd, voor de communicatie met het besturingssysteem van de computer. Zonder het stuurprogramma werkt de NIC niet.
Elke Ethernet- en Token Ring-NIC heeft een fysiek adres dat door de fabrikant expliciet gecodeerd is. Dit is het Media Access Control (MAC)-adres: een hexadecimaal getal dat de fabrikant van de kaart identificeert. Het MAC-adres moet uniek zijn, zodat de gegevenspakketten op de juiste wijze geadresseerd kunnen worden. Als de NIC door een andere NIC vervangen wordt, wordt er ook een ander MAC-adres gebruikt.
Als een netwerkeenheid moet communiceren met een andere eenheid, doorzoekt het eerst de ARP-tabel. Deze tabel bevat de MAC-adressen van de andere netwerkeenheden. Als u hardware vervangt of toevoegt, kan het even duren voordat de ARP-tabel bijgewerkt is. Bij een aantal eenheden (zoals routers) kan het zijn dat de ARP-tabel in het geheugen gewist moet worden. Zo worden de oude gegevens verwijderd en moet de eenheid een geheel nieuwe ARP-tabel maken.
woensdag 17 oktober 2007
De Netwerkkaart of NIC
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten